De Boomstraat
De allereerste straat in Utrecht waar ik woonde was de Boomstraat. Een gezellige straat met bomen vlakbij het Wilhelminapark. Ik kon daar ik tijdelijk een kamer onderhuren van iemand die op reis moest om zichzelf te vinden. Of dat nou uiteindelijk gelukt is weet ik eigenlijk niet. Ik heb nooit enig verschil gemerkt, maar ik kende die persoon dan ook niet voordat hij op reis ging. Dus ik weet niet of hij zichzelf nou wel of niet gevonden had.
Wel vind ik het altijd vreemd dat mensen die zichzelf zoeken, dat bij voorkeur zo ver mogelijk weg doen, op plaatsen waar ze nog nooit zijn geweest. Hoe groot is de kans dat je jezelf daar vindt? Volgens mij kan je jezelf beter zoeken op plaatsen waar je al bent geweest.
Maar goed, dankzij zijn zoektocht kwam ik dus in de Boomstraat terecht. En dat was een mooie plek om terecht te komen. Het eerste weekend dat ik er echt officieel zou gaan wonen, was het weekend van de Bluesroute. Dat was lang geleden een bluesfestival in de hele binnenstad. Het is al zolang geleden dat de gulden nog bestond, dat Smolarek nog bij FC Utrecht speelde en dat er in de Boomstraat, naast mijn huis, een fotograaf zat met ontwikkelservice. Analoge fotografie, toen kon dat nog.
Ik kwam die vrijdag dus met een tas vol spullen vanuit Hengelo, helemaal trots en blij dat ik nu, weliswaar tijdelijk, maar toch, ook in Utrecht woonde, en toen ik uit het station langs de junkentunnel liep hoorde ik de eerste flarden muziek. Vanaf het Smakkelaarsveld klonk John Lee Hooker. Boom, boom, boom, boom I’m gonna shoot you right down, Knock you off of your feet And take you home with me Put you in my house, Boom, boom, boom, boomstraat.
Dat was ‘t moment dat ik dacht dat dit weleens een heel mooie tijd zou kunnen gaan worden. Want hoewel ik eigenlijk helemaal niet van blues hou, was dit wel een hele lekkere binnenkomer. Ook omdat mijn oude vriend en nieuwe huisgenoot uit Hengelo, die al langer hier woonde en via wie ik op de Boomstraat was beland, klaar stond met bier enzo op ‘t Smakkelaarsveld.

Patrick Meijer is de Stadscomedian van Utrecht
Het werd een geweldige nacht. We zijn de hele stad doorgeweest, één groot feest en des ochtends gingen we naar huis. Mijn huis. Boomstraat Utrecht. Vlakbij het Wilhelminapark. En omdat het zo gezellig was en zulk lekker weer en omdat het m’n eerste avond op mezelf was, besloten we nog een laatste jointje te roken in het park. We wilden het park inlopen vanaf rotonde Julianalaan, ik zag een doorgangetje tussen de struiken, wilde er aangeschoten enthousiast doorheen stappen en sla met m’n scheen vol onder tegen zo’n laag donkergroen hekje. Het deed gruwelijk pijn en ik heb de eerste nacht in m’n nieuwe kamer dan ook nauwelijks kunnen slapen. De volgende dag toch ff laten hechten op ‘t DIAK en sinds die tijd zie ik altijd als ik m’n linkersok aantrek de herinnering aan die eerste nacht in Utrecht.
Het hekje staat er overigens ook nog altijd.