Straatnieuws Utrecht

De Brandstraat


Brandstraten zijn een vrij veel voorkomende vorm van straten. Je vindt ze vaak in de wat oudere steden en in ‘t algemeen kenmerken ze zich door een bepaalde schuchterheid. Want een Brandstraat is van oudsher eigenlijk een nauwe steeg tussen twee eigendommen, waardoor er bij brand toegang was tot de achterkant van die panden. Het is dus een soort straat die zich in eerste instantie ontwikkelde zonder woonnoodzaak. En die schuchterheid, die merk je. 

Dat komt, vanuit andere straten wordt altijd een beetje neergekeken op niet-woonstraten. Uiteindelijk wil iedere straat natuurlijk een grote nuttige woonstraat zijn, en dus zijn Brandstraten vaak dunne verlegen straten. Onze eigen Brandstraat hier in Utrecht is daarvan een mooi voorbeeld. 

Als je erdoorheen loopt vanaf de Springweg, dan merk je dat hij zelfvertrouwen verliest richting de Oude Gracht. Hij begint redelijk breed en flink zelfverzekerd ook nog, maar laat zich dan door de grote sterke blokken aan de gracht wegdrukken tot een spichtig steegje. 

Zo’n klein straatje dat vroeger door de andere straten flink gepest werd. Hij was toen ook veel korter dan nu en nog niet verhard.

“Bij jou woont lekker niemand…jij vieze kleine pissteeg…jij wordt nooit een straahaat…nah,nah,na,na,na” Hij hoort het de andere straten nog zingen. Hij voelde zich toen vaak bang en alleen. Maar gelukkig was er één andere straat die ‘t vaak voor ‘m opnam. Dat was de Springweg. Dat was, zeker toentertijd, één van de mooiste straten van Utrecht. Die heeft hem door een heel moeilijke tijd heen geholpen. De mooie maar kwetsbare ontwikkeling van steeg tot straat. Natuurlijk is dat voor iedere steeg een moeilijke periode en velen komen er ook nooit doorheen. Eens een steeg, altijd een steeg; hoe vaak hoor je dat wel niet zeggen? 

Toch had de Brandstraat altijd al het gevoel dat er meer in hem zat dan alleen maar een steeg. En met de hulp van de Springweg, die hem voortdurend de goede weg wees, wist hij zich, door veel te lezen over architectuur, koken en duurzaamheid, langzaam op te werken tot woonstraatniveau. En niet zomaar een woonstraat, ook nog een die toegang geeft tot één van de groene longen van de binnenstad. Een woke, duurzame woonstraat. 

Is het dan vreemd dat er tussen die twee straten een liefde begon op te bloeien toen ze letterlijk en figuurlijk langzaam naar elkaar toegroeiden? Zeker in het begin werd er door de andere straten flink neerbuigend geroddeld over het leeftijdsverschil, maar vooral over de eigenzinnige keuze van de Springweg om voor die schriele steeg te kiezen. Het is niet eens een straat! Je verloochent je stand! Ze hoort het de andere straten nog mispelen. De Brandstraat en zij lachen er samen nog wel eens om en dan strekken ze zich net iets uit naar elkaar. Ze zijn gelukkig samen.