De Kanaalstraat
Sommige straten lezen als ‘n boek en de Kanaalstraat is er daar zeker één van. En wat voor boek!
Het zou een historische roman kunnen zijn, over hoe in 1887 de wijk Lombok werd aangelegd met de Kanaalstraat als centrale as. Dat boek zou dan gaan over een meisje dat in één van de tussenliggende straatjes opgroeit in het fabrieksarbeidersmilieu en hoe zij verliefd wordt op ‘n jongen van goede komaf die woonde in één van de voor kantoorpersoneel bestemde hoofdstraten. En over hoe zij elkaar dan in het geheim moesten ontmoeten omdat de ouders van de jongen hem hadden verboden met haar om te gaan. Maar ze was zo knap met haar lange blonde haar, haar glimlach en haar indringend blauwe ogen.
Het meisje had aan haar moeder opgebiecht dat ze omgang had aan een leuke jongen wier vader op het kantoor werkte van de loodpletterij waar haar vader werkte. Haar vader hoorde dat gesprek toevallig, omdat hij ziek van loodvergiftiging in hun kleine huis op bed lag, wat hem steeds vaker overkwam en waar hij uiteindelijk ook op veel te jonge leeftijd aan zou komen te overlijden. Die middag riep hij zijn dochter de kamer binnen. Het roepen had hem al dusdanig uitgeput dat hij haar amechtig hijgend verbood om de jongen nog langer te zien. Niet omdat hij, zoals zijn dochter dacht, vond dat die jongen boven haar stand was, helemaal niet zelfs, er ging geen enkele stand boven zijn dochter uit, maar omdat hij gezien had hoe jongens van de hogere stand de lagere meisjes gebruikten als speeltjes.
De waarschuwingen en dreigementen van beide ouders hielpen niet en een paar weken later was het meisje zwanger. Ze vertelde het haar minnaar op een mooie middag in de zon langs de Vleutense Vaart. De zon scheen precies in haar ogen en ze was zo blij en enthousiast dat ze niet merkte hoe de jongen verbleekte toen ze het vertelde. Dit was de laatste keer dat ze hem sprak. Vier maanden later zag ze hem nog een keer, hij zat in een open koets met een ander meisje en toen zijn blik op haar viel, keek hij haar onverschillig aan. Met haar dikke buik ging ze zo snel mogelijk naar huis, huilde de hele middag en besloot des avonds nooit meer aan de jongen te denken. Die avond sloot ze haar hart voor iedereen behalve haar kind. Ze was pienter, goed met geld en ze werkte hard zodat ze zich uiteindelijk opgewerkt had tot een harde pensionhoudster.

Patrick Meijer is de Stadscomedian van Utrecht
Haar dochter, die nooit heeft geweten wie haar vader was, nam na de vroege dood van haar moeder in 1910 het pension over. Op een dag in de lente loopt er een jongeman binnen die een kamer wil huren. Ze kletsen en hij blijkt de kleinzoon van een vooraanstaande kantoorman van de loodpletterij. De jongeman vertelt hoe zijn vader het familiefortuintje erdoorheen gezopen heeft. Zijn vader dronk vanwege een verloren liefde, beweerde de jongen. Blijkbaar was zijn vader voor zijn gedwongen huwelijk met de moeder van de jongen verliefd geweest op iemand anders en had hij haar nooit kunnen vergeten.
Hij nam de kamer en een jaar later waren ze getrouwd.
De bundel Dichtbij U is nu verkrijgbaar bij uw straatnieuwsverkoper. Koop hem! Met gedichten van Ruben van Gogh, Els van Stalborch, Pauline Pisa, Peter Drehmanns, Ingmar Heytze, Fred Penninga, Jan van der Haar en Onno Kosters. Of bestel een gesigneerd exemplaar.