Het treurige lot van het Grote Utrecht Stadsdiner
Als er één ding beklijfde aan het door corona uitgeklede Utrecht Stadsdiner, dan was het wel dat iedereen zomaar in de armoedeval kan trappen. Maar ook dat je er weer uit kunt komen.
Alle mensen die in de anderhalf uur dat de uitzending afgelopen zaterdag duurde aan het woord kwamen droegen dat op één of andere manier uit. “Je leeft in een schijnzekerheid”, hield ex-dakloze Wim Eickholt ons bijvoorbeeld voor. Er hoeft volgens hem maar iets te gebeuren, een partner die ziek wordt, je bedrijf dat failliet gaat, een scheiding, waardoor je in de stress schiet. Dan kun je afglijden. “Dakloos word je niet zomaar”, zegt hij. “Dat is een glijdende schaal.”
Hij is ook degene die een kanttekening plaatst bij het mooie verhaal over de soepsteen van Kok Jasper Kaan. Dat verhaal gaat over een zwerver die met een slimme truc een heel dorp gezamenlijk een rijk gevulde soep laat maken, waar iedereen samen van kan smullen. Alleen, zo zegt Eickholt, als je op straat leeft is het moeilijk om inventief te zijn. “Je zit in de stress over hoe je de volgende tien minuten doorkomt. Die stress neemt hersencapaciteit in beslag.” Juist door die stress kun je dus niet inventief zijn, hoe hard je dat als dakloze ook nodig hebt.
Juist dat onderstreept natuurlijk het belang van al die grote en kleine organisaties die in de uitzending de revue passeren, zoals het Smulhuis, de buurtkamer van het Leger des Heils en het Ubuntuhuis. Ze verlichten even de stress waaronder bijvoorbeeld daklozen en ongedocumenteerde leven en ze heffen voor even de eenzaamheid op. Juist daardoor krijgen mensen weer de kans op te krabbelen.
Dat wordt nog eens onderstreept door het verhaal van Hasan Okur. Ook Hasan raakte alles kwijt. Voor hem is armoede niet zozeer geen geld hebben. Het is tekort komen van basisbehoeften. Hij had honger, hij werd ziek, maar durfde niet om hulp te vragen. “Ik ga mensen niet lastigvallen met mijn problemen”, zegt hij over die tijd. In de nachtopvang kreeg hij vervolgens voor wat schoonmaakwerk niet alleen bonnetjes waarmee hij te eten kon halen. Hij kwam ook in contact met mensen, wat minstens zo belangrijk is. En dat was het begin van de weg uit de ellende. Die weg begon voor hem, net als die van Wim Eickholt, met hulp vragen, hulp durven vragen en het toelaten dat je geholpen wordt. Ook al moet je het, met al die hulp, toch nog helemaal zelf doen.
We moeten er alleen voor oppassen dat de organisaties die dit mogelijk maken niet het jammerlijke lot ondergaan van het stadsdiner van 2020. Dat was, eerlijk is eerlijk, eigenlijk maar een treurige bedoening. Wat een gezellige drukke boel had moeten worden, met mensen van allerlei pluimage die in de grote zaal van de bibliotheek samen aan lange tafels hun soep aten en ondertussen luidruchtig met elkaar converseerden, was door corona gereduceerd tot een tweetal presentatoren dat met de moed der wanhoop de vaart erin probeerde te houden.
Laat deze treurigheid voor iedereen een duidelijk signaal zijn. We moeten in deze crisistijd nóg beter op iedereen letten. Juist omdat we ze niet in levende lijve kunnen ontmoeten en ze dus helemaal uit beeld dreigen te verdwijnen. Zeker nu corona er voor zorgt dat úw schijnzekerheid ook zomaar doorgeprikt kan worden. Want bij wie kunt u dan terecht?
Kijk de uitzending van het Stadsdiner terug bij RTV Utrecht.