Noodopvang besmette daklozen: klaar voor de tweede golf

Tijdens de eerste golf had de noodopvang voor besmette daklozen een pand aan de Maliebaan, zoals we eerder schreven. Maar daar moesten ze uit en sinds 17 oktober zitten ze op de Koploperstraat. Op tijd voor de tweede golf, die misschien hoger gaat worden dan de eerste.

Er zitten wat haken en ogen aan de nieuwe locatie, vertelt straatdokter Ronald Smit, maar over het algemeen is hij tevreden. Er zit in de buurt bijvoorbeeld een teststraat van de GGD, en daar moet geen vermenging gaan optreden, vindt hij. Ook kunnen er op de Koploperstraat alleen positief geteste daklozen worden opgevangen, terwijl ze op de Maliebaan ook mensen konden die nog op de uitslag van de test moesten wachten. Daar hadden ze namelijk twee verdiepingen, waardoor ze de twee groepen goed konden scheiden. Op de Koploperstraat hebben ze één hele lange gang, dus daar is dat niet mogelijk.

Maar Smit vindt het geen probleem. “We hebben duidelijke afspraken met de maatschappelijke opvang. Terwijl ze op de uitslag wachten gaan ze daar in quarantaine en als ze positief zijn komen ze bij ons.” Ze krijgen dan een kamer, een bed, een televisie en maaltijden. Ze verblijven er een week en als ze 24 uur klachtenvrij zijn kunnen ze weer terug naar de instanties van waaruit ze zijn aangemeld, zoals STIL en Herstart. En omdat ze in quarantaine zijn zullen ze toch niet buiten komen, waardoor de nabijheid van de teststraat ook geen issue is. 

Drukker dan bij de eerste golf

Tijdens de eerste coronagolf is het niet heel druk geweest bij de noodopvang, vertelt Smit. Op de Maliebaan zijn er negen mensen geweest, en een tweetal daarvan was inderdaad positief getest. Op de Koploperstraat is het nu nog steeds helemaal leeg, aangezien de mensen die tot nu toe zijn getest negatief waren. Toch denkt Smit dat ze het drukker gaan krijgen dan eerder dit jaar. “Het wordt kouder, dus mensen gaan binnen zitten, dichter op elkaar.” De instellingen anticiperen daar wel op met allerlei maatregelen, maar toch zal het virus meer kans krijgen, denkt hij. 

Gelukkig is er voldoende plaats op de nieuwe locatie. “We hebben nu negen plekken, maar we kunnen eventueel opschalen naar dertig. Dan zetten we deuren open en bedden erbij.”